Van graankorrel tot ...
Tarwe is het meest gebruikte graan om brood en andere graanproducten mee te maken. Maar ook andere graansoorten worden gebruikt. Gerst, haver, rogge, maïs en spelt bijvoorbeeld. Iedere graansoort heeft zo zijn eigen kenmerken en unieke samenstelling van voedingsstoffen.
Hoe groeit graan?
Granen zijn familie van gras. Graankorrels groeien in aren, halmen of kolven (zoals maïs). Omdat mensen, in tegenstelling tot vee, die korrels niet zomaar kunnen verteren, worden ze gekookt of gebakken.
Als het graan rijp is, wordt het geoogst. De graankorrels worden door de molenaar of in grote meelfabrieken tot poeder (meel) gemalen. In een molen gebeurt dit tussen twee zware molenstenen. Deze draaien rond dankzij de wind die de wieken laat ronddraaien. In meelfabrieken worden grote machines gebruikt: stalen walsen met scherpe ribbels.
Van meel wordt ook bloem gemaakt. De gemalen korrels worden dan nog een keer gezeefd om de bloem te scheiden van de zemelen (het velletje dat om de graankorrel heen zit).
De bloem en het meel worden verpakt in grote papieren zakken. Die gaan naar de bakker. Bij grote bakkerijen worden bloem en (volkoren)meel ook wel met bulkwagens, een soort hele grote tankwagens, afgeleverd.