Ons lichaam heeft vetten nodig. Vetten leveren energie, om te leren en te spelen. En vetten hebben ook andere nuttige taken in ons lichaam.  

1. Vet bestaat uit vetzuren. Dat zijn bouwstoffen voor onze lichaamscellen. We hebben ze nodig om de ogen, hersenen en spieren goed te laten werken.  
2. Vetweefsel onder de huid en rondom de organen beschermt ons tegen kou en stoten. 
3. De vitamines A, D, E en K zijn vetoplosbaar. Deze vitamines krijg je alleen binnen via vet (eten). "Vetoplosbaar" betekent dat iets, zoals een vitamine of een stof, niet oplost in water, maar wel in vet of olie. Dit heeft invloed op hoe het lichaam het opneemt en opslaat.   

Vitamine A is nodig voor: huid, ogen, groei, immuunsysteem (weerstand) 
Vitamine D is nodig voor: botten, cellen   

Vet zit in heel veel producten, zoals

Gezonde en ongezonde vetten  

Er zijn gezonde en ongezonde vetten. Gezonde vetten heten “onverzadigde vetten” en de ongezonde vetten de “verzadigde vetten”. Van de verzadigde vetten moeten we beter niet teveel binnen krijgen. Verzadigde vetten verhoogt het LDL-cholesterol, dat is niet goed voor de bloedvaten. De LDL-cholesterol kan dan blijven plakken aan de binnenwand van bloedvaten. Onverzadigde vetten zorgen er juist voor dat het LDL-cholesterol in het bloed afneemt. Onverzadigde vetten zijn daarom gezonder dan verzadigde vetten.  

Een ezelsbruggetje: Onverzadigde vetten zijn oké, en verzadigde vetten zijn verkeerd. 

Wist je dat elk product zowel onverzadigde als verzadigde vetten bevat? Het beste is om te kiezen voor een product met zo weinig mogelijk verzadigde vetten. De hoeveelheid verzadigde vetten kan je vinden op het etiket van een product.